De opzet van de modules was als volgt:
Een modulebak met dubbelspoor, 2 secties per spoor, elk met een geïsoleerd railstuk aan de binnenkant die voor de bezetmelding (massamelder) wordt gebruikt.
Dit is voor Märklin, voor gelijkstroom/DCC moest er dus van alles worden aangepast. Gelukkig zijn de secties al geïsoleerd, en zijn ze zodanig gekozen, dat met een stel keerlussen er geen problemen ontstaan met de polariteit.
De aanpassing voor DCC die ik heb gekozen bestaat uit de volgende oplossing:
- monteren van stroomdetectiemelders per module, voor maximaal 8 secties (er worden er meestal maar 6 gebruikt, 4 voor de module, plus 2 voor een volgende of vorige module die geen bezetmelders heeft).
- omsteken van een RJ45 kabel aan de melderprint naar de UTP WCD, en vervolgens de RJ45 kabel naar de bedienkast insteken in de uitgang van de melderprint:
Dit is aangesloten aan de 2e RJ45 aansluiting van een dubbele RJ45 WCD. Hierdoor worden de railsecties dus middels de stroomdetectieprint van stroom voorzien, en gaat de uitgang van de detectieprint (optocouplers) naar de S88 decoders in de besturingskast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten