woensdag 1 april 2015

Gebruik Märklin wissels in universele baan

Een van de problemen bij het gebruik van een universele baan, die geschikt is voor 2- en 3-rail materiaal zijn de wissels. Hoewel bij Märklin K-rails de linker en rechter rails keurig van elkaar zijn gescheiden, is dat bij de wissels niet zo vanzelfsprekend.
Neem als eerste voorbeeld de 'normale' K-rail wissel:

Na het puntstuk bestaan de wisseltongen uit 2 gedeeltes, waarvan het eerste stuk vast zit en het tweede stuk kan bewegen. Tussen de 2 vaste gedeeltes zit een metalen 'vork', die verbonden is met de rails helemaal boven en beneden. Hierdoor zijn dus beide railstaven met elkaar verbonden. Prima voor 'normaal' 3-rails gebruik, maar niet voor 2-rails of 3-rails met detectie. Daarnaast zijn de vaste en beweegbare gedeeltes niet elektrisch met elkaar verbonden.
De oplossing is in dit geval tweeledig:
  1. met een dremel o.i.d. de 'vork' splitsen in 2 gedeeltes
  2. de beweegbare gedeeltes met een metalen verbinding koppelen aan de vaste gedeeltes.
Overigens bestaan er ook oudere uitvoeringen van deze wissel, met een beweegbare wisseltong en zonder 'vork', en zelfs met vaste wisseltong, zonder 'vork'...

vrijdag 20 maart 2015

Gebruik decoders voor Henckens P-seinen

Hoewel er speciale decoders zijn voor het aansturen van allerlei lichtseinen, is het voor het gebruik van nederlandse lichtseinen zonder cijferbak (P-seinen) een simpeler oplossing mogelijk: schakeldecoders met 2 uitgangen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat de twee uitgangen van een schakeldecoder in principe 4 verschillende mogelijkheden kunnen uitbeelden, wat ruim voldoende is voor de 3 mogelijkheden van een P-sein. Hierbij worden de extra seinbeelden zoals 'geel knipper' e.d. niet gebruikt.

We gebruiken hiervoor de '4-voudige wissel/sein decoder' van traintech (webshop.traintech.nl), met een 'diodetruc':







Dus bij het aansturen van het sein geldt:

uitgang 1 afbuigend, uitgang 2 recht: groen
uitgang 1 recht, uitgang 2 afbuigend: geel
uitgang 1 en 2 recht: rood
uitgang 1 en 2 afbuigend: nvt














Er wordt hierbij een extra aansluiting gemaakt aan de min-aansluiting van de print, dit is het printspoor wat aan de buitenkant loopt. Hier worden 2 in serie geschakelde diodes (1N4148) aan gesoldeerd, waarna deze aan de rode LED van het sein wordt aangesloten.
Op 1 decoder kunnen op deze manier 2 seinen worden aangesloten.

De voeding van de decoder kan zowel door het digitale signaal als door een aparte voeding worden geleverd, zie hiervoor de handleiding van de decoder.

dinsdag 3 maart 2015

Universele Besturing: Booster en terugmelding

Om de universele modules te laten werken, moeten er nog een paar laatste hobbels genomen worden:
- welke boosters worden er gebruikt?
- hoe zit het met de terugmelders?
Ik heb met de MDRRC-II centrale van Robert Evers een aantal succesvolle tests gedaan:
- aansluiten Roco booster (bv 10764) zonder MAX232 converter
- aansluiten HansQ booster (zie Beneluxspoor)




Deze laatste lijkt me uitermate geschikt voor gebruik in onze modules, vanwege de volgende redenen:
- bij gebruik van de booster in een module wordt dit een soort 'basismodule' met aansluitingen voor Multimuizen, baanstroom, voeding en terugmelding. De overige modules worden veel simpeler, en worden eenvoudigweg doorverbonden met de aloude PTT-stekkers.
- het maximale vermogen van 1,5A per booster past prima in bovenstaand concept: de module heeft 6 secties (3 per richting) voor binnenkomst, rem- en stopsectie, dus feitelijk kunnen er 2 treinen in deze module (plus eventuele verlengmodules) rijden. Hoe groter de baan wordt, hoe meer 'basis'modules, hoe meer boosters, dus geen problemen met de stroomvoorziening.
- de kortsluiting beperkt zich altijd tot deze booster, dus kan lokaal (daar waar hij optreedt) wordt opgelost, zoals het hoort.

Dit is de minimale opstelling met een 'gewone' modulebak voor en na de basismodule (Modulebak met seinen). Het blok is dus 2 modules (=2 x 120cm) lang, met een rem- en stopsectie van 60cm.

Dit is de opstelling bij een enkelvoudige keerlus, hierbij is het eerste blok (van links naar rechts en terug) dus net zo lang als bij de vorige opstelling, maar het tweede blok is net zo lang als de omtrek van de keerlus plus 120cm.

De uitdaging zit erin dat de verbindingen tussen de modules nu nog lopen via PTT-stekkers, en er normaal gesproken dus een doorlopende voeding loopt over alle modules. Dit is bij de modules al veranderd, de aansluiting gaat via een extra draad (de binnenste rail is verbonden met de bezetmeldaansluiting), maar aangezien het digitale signaal binnen deze opstelling moet blijven, moet er bij de rode kruisen een scheiding komen op de voeding.
Verder wordt er dus geen centrale booster aangesloten, maar wordt de basismodule via de booster gevoed.

Het enige wat nog geregeld moest worden hiervoor, was de aansluiting van de boosters op de centrale. Aangezien de booster ook een hub vormt voor het XpressNet signaal (hiervoor zitten 2 aansluitingen op de voorkant) is het het makkelijkst om het digitale signaal ook via deze kabel te laten lopen. Ook kan de booster de voedingsspanning voor de multimuizen verzorgen.
Ik moest de volgende aanpassingen doorvoeren op de MDRRC-II centrale:
1. het digitale signaal op pin 1 en 6 van Xpressnet kabel zetten
2. de 12V-voeding van de MDRRC-II centrale via een diode scheiden van de voedingsspanning op de XpressNet connector (pin 2 en 5). Hierdoor wordt de XpressNet aansluiting gevoed via de centrale als er geen andere voeding is, en door de booster als dit wel het geval is.
Na deze aanpassing kon ik de booster uitbreiden met de '12V option' en de XP jumpers zetten, en worden de (Multi)muizen gevoed via de booster.

N.B.: Deze uitbreiding is alleen nodig voor een booster, als er meerdere boosters worden gebruikt, moeten dit 'basisversies' zijn zonder de 12V optie, of met optie, zonder jumpers.

De bekabeling van de modules ziet er dan grofweg als volgt uit:

De bezetmelders (S88 massamelders) en de MDRRC-II centrale worden op 1 centraal punt aangesloten.